Een tijdje geleden kwam ze voor het eerst bij mij op het spreekuur. Een meisje van 21 jaar dat toch wel erg obsessief met eten bezig was, veel was afgevallen en nu graag op een gezonde manier wilde aankomen. Die eerste middag vertelde ze mij over de vermoeidheid die haar lage gewicht met zich meebracht. Over haar struggel om de controle over het eten los te laten en de paniek die ze ervaarde als er geen mogelijkheid was om de hoeveelheden af te wegen.

Haar kwetsbaarheid raakte me, omdat ze haar onzekerheid aan mij liet zien en ik deel mocht zijn van haar worstelingen. Dat vond ik zo krachtig.

Vanaf dat moment hoefde ze de struggle die het eten met zich meebracht niet meer in haar uppie aan te gaan. Ze leerde erover te delen, niet alleen met mij, maar ook met haar ouders, met haar omgeving en met zichzelf. Ze leerde vechten voor een gezonde relatie met voeding, ondanks alle strijd dat het in haar hoofd met zich meebracht. Pas toen ze zelf erkenning gaf aan de impact die haar eetstoornis had, kon ze echt werken aan haar relatie met eten.

Nu spreek ik haar wekelijks een half uur, soms een verdrietig halfuur, soms een frustrerend halfuur, soms een fijn halfuur. Maar altijd haar halfuur. Waar we samen plannen maken om met de moeilijke situaties van de komende week om te gaan en haar omgeving hierbij te betrekken. Waar we samen doelen stellen om controle over het eten los te laten en ze uitgedaagd mag worden om verschillende gerechten opnieuw te proeven. Waar ze oefeningen mee krijgt om bewust te worden van de signalen die haar lichaam stuurt. Omdat zij dat belangrijk vindt.

Anne Baakman, mei 2022

Bron afbeelding: www.iamafoodie.nl