Mijn eerste ervaring met een corona patiënt:

3 weken geleden werd ik ingeschakeld door de huisarts omdat hij een mevrouw wilde doorverwijzen die was gediagnosticeerd met COVID-19. Mevrouw was 7 kg afgevallen in 2 weken, had benauwdheidsklachten, heftige diarree, sliep slecht en had koorts. Daarnaast kostte eten en drinken veel energie. Ze sliep bijna de hele dag. En als ze wakker was dan kon ze alleen even de aandacht opbrengen voor haar hondje of het bellen met haar dochter.

‘Maar mijn dochter heeft ook een druk leven en eigenlijk geen tijd voor mij,. Verder wil niemand nu iets met mij te maken hebben’, aldus mevrouw. ‘Het lijkt wel alsof mensen denken dat ze al corona krijgen door even gedag tegen me te zeggen, zelfs de buren vermijden me nu.’

Het was duidelijk dat mevrouw even haar frustratie en verdriet kwijt wilde, waar ik haar ook de ruimte voor gaf. Steeds als ik het gesprek richting het eten en drinken stuurde, was ze erg vermijdend. Na mijn vraag of ze zich herkende in de problemen (zoals benauwdheid en daarmee gepaarde angst voor eten, te moe om te eten) die er kunnen spelen bij Corona begon ze zich wat meer open te stellen.
‘Ik weet al veel over voeding’, aldus mevrouw. Zo zette ze nu bewust iedere dag verse groente en een bouillon soepje op het menu. Niet wetende dat in beide producten geen eiwitten zitten, die ze júist nu zo hard nodig heeft! Verbaasd was ze dan ook, toen ik aangaf dat ze beter een stukje vis kan eten in plaats van de groente. En dat ‘een kopje bouillon’ pas krachtvoer is, wanneer het verrijkt is met vermicelli of aardappel en ei of kip.

Toen ik haar vertelde hoe energie en eiwit haar herstel ten goede komen wilde ze daar meer van weten. Om daarna haar zin af te sluiten met, ‘pfoe, ik ben wel heel vermoeid ineens.’ Begrijpelijk, natuurlijk. Daarom hebben we het gesprek na een aantal minuten afgerond, met de afspraak dat ik haar een persoonlijk dagmenu en een eiwitlijst per post toestuur.

Toen ik haar na een week opnieuw belde gaf ze trots aan inmiddels ‘4 pond meer te wegen’. Ze had meer energie, deed af en toe een klusje en nam heel gehoorzaam haar ‘eiwitdrankje’ na het doen van haar oefeningen. Ik rond het gesprek af met nog een laatste vraag: ‘wat staat er vanavond op het menu’? Géén bouillon, maar een lekker stukje vlees én een kwark toetje. Ik verbreek met een glimlach de verbinding en denk: ‘hier doe ik het voor’.

Jolien Slegers,