Verschil allergie en intolerantie en rol van de diëtist

Allergieën en intoleranties lijken vandaag de dag steeds meer voor te komen. Het aantal mensen dat denkt een voedselallergie te hebben is groot (12-20%). Het percentage wat daadwerkelijk een voedselallergie heeft is een stuk lager (2-3%). Snel en tijdig tot de juiste diagnose komen kan ervoor zorgen dat een streng dieet volgen niet nodig is en dat de voeding zo volwaardig mogelijk wordt.

Er bestaat in onze maatschappij ook veel verwarring over allergieën. De woorden voedselintolerantie, voedselovergevoeligheid en voedselallergie worden veelvuldig door elkaar gebruikt, terwijl een intolerantie en een allergie toch écht van elkaar verschillen. Na het lezen van dit blog wordt duidelijk wat de verschillen zijn en wat de diëtist bij een allergie/intolerantie voor je kan betekenen.
Voedselovergevoeligheid is de overkoepelende term voor zowel voedselallergie áls voor voedselintolerantie. De reden dat voedselallergie en voedselintolerantie vaak door elkaar gebruikt worden is omdat de symptomen vaak overeenkomen. Klachten die vaak optreden zijn: huid-, luchtweg en maagdarmklachten.

Voedselallergie
Bij een voedselallergie is het afweersysteem ‘in de war’ en geeft het een sterke reactie op eiwitten in ons voedsel ná het eten (of het in contact komen) ervan. Deze eiwitten (allergenen) worden door het afweersysteem gezien als schadelijke stof. Voorbeelden van allergenen zijn: melk, ei, noten, pinda.
Het afweersysteem reageert op het allergeen door het maken van antistoffen. Elke keer als het allergeen binnenkomt, komen de antistoffen in werking. Deze afweerstoffen noemen we immunoglobulines, ofwel IgE. Als dit IgE in contact komt met het allergeen, dan komt er histamine vrij. Histamine is uiteindelijk verantwoordelijk voor de verschijnselen bij een allergie.
Praktisch gezien is de verdenking op een allergie groot als er sprake is van een acute reactie (<1 uur) na het eten van een voedingsmiddel.

Niet-allergische voedselovergevoeligheid (voedselintolerantie)
Bij een voedselintolerantie kan het lichaam reageren op voeding zónder dat er sprake is van een allergie. Er worden dus géén antistoffen aangemaakt en het afweersysteem is niet betrokken. Bij een intolerantie worden de klachten vaak veroorzaakt door een tekort aan een enzym (bijv. het enzym lactase bij een lactose intolerantie), beschadiging van het slijmvlies van de darm, een tekort aan een transporteiwit of door het moeilijker kunnen afbreken van bepaalde type korte ketenkoolhydraten.

Hieronder wordt het nogmaals verduidelijkt in een plaatje.

Rol van de diëtist bij allergie/intolerantie
Voordat er een afspraak bij de diëtist gemaakt wordt, is er vaak eerst onderzoek gedaan. Dit kan bloedonderzoek zijn of een huidtest. Soms is er een duidelijke diagnose, maar het kan ook zijn dat nog niet duidelijk is of er sprake is van een allergie of intolerantie. Een diëtist gespecialiseerd in allergieën kan een bijdrage leveren aan snelle(re) diagnostiek van voedselovergevoeligheid.
Stel dat de diagnose wél gesteld is, dan is het doel vooral om vermindering van de symptomen te bereiken. Dit wordt gedaan door het leren hoe mensen het allergeen/specifieke product kunnen vermijden. Daarnaast is een hele belangrijke doelstelling om niet onnodig te veel voedsel inname te beperken. En plan opstellen om veilig een herintroductie of provocatie aan te gaan hoort hier ook bij.

Jolien Slegers, oktober 2021