FABEL. Om gewicht te verliezen (en dus vet te verliezen) moet er sprake zijn van een negatieve energiebalans. Wat de energiebalans is en hoe je een negatieve energiebalans bereikt wordt in mijn vorige blog: ‘principe van aankomen/afvallen: de energiebalans’, duidelijk uitgelegd. Er kunnen verschillende brandstoffen (vetten, koolhydraten of eiwitten) gebruikt worden tijdens inspanning. Welke brandstof (substraat) gebruikt wordt is afhankelijk van het soort inspanning, de intensiteit en het niveau van de sporter. Naarmate de inspanningsintensiteit toeneemt, wordt relatief minder vet verbrand. Absoluut neemt de vetverbranding echter steeds meer toe!! Het totale energieverbruik (totale hoeveelheid calorieën) is bij inspanningen van lage intensiteit echter zeer laag en dus zeker niet geschikt als afvalmethode. Hiervoor kan beter een aërobe inspanning van zeer hoge intensiteit worden gekozen. Hierbij is het energiegebruik veel hoger en kan er dus sneller een negatieve energiebalans bereikt worden. Dit zal ik hieronder uitleggen met een rekenvoorbeeld:

stel dat iemand 1 uur traint op een lage intensiteit (is 60% van de maximale VO2 Max). Het aantal kcal dat hiermee wordt verbrand is ongeveer 500 kcal, waarvan 50% vet (is 28 gram vet) en 50% koolhydraten (is 63 gram koolhydraten). Omdat 1 gram vet gelijk staat aan 9 kcal en 1 gram koolhydraten gelijk staat aan 4 kcal, verschilt deze uitslag per gram.

Stel dat iemand 1 uur traint op een hoge intensiteit (is 85% van de VO2 Max). Het aantal kcal dat hiermee wordt verbrand is ongeveer 800 kcal, waarvan 30% vet (is 28 gram vet) en 70% koolhydraten (is 140 gram koolhydraten). Procentueel verbrandt iemand dus minder vet dan op een lage intensiteit, maar absoluut gezien verbrand iemand net zoveel vet en zelfs véél meer kcal en koolhydraten.


Conclusie
Om gewicht te verliezen en vet te verbranden kan men beter (op den duur en onder begeleiding) op een hoge intensiteit sporten vanwege drie redenen:

  • Tijdens een inspanning van een hoge intensiteit is het energieverbruik hoger en de absolute vetverbranding net zo hoog dan bij inspanning met een lage intensiteit. De vetverbranding is alleen procentueel gezien lager.
  • Na inspanning van een hoge intensiteit gaat de (vet)verbranding ook nog een tijdje door in vergelijking met inspanning van een lage intensiteit.
  • Ook is het trainingseffect hoger bij een training van hoge intensiteit in vergelijking met een training van lage intensiteit. Hierdoor is iemand dus sneller fit en beter in staat om meer te verbranden tijdens een training.

Jolien Slegers ProFitt: diëtetiek & lifestyle coaching
T: 06-42400955 E: jolien@profitt.nl